Moedertje spelen

Vandaag is mijn grote zoon 4 jaar geworden. Ik kan het bijna niet geloven, maar het is echt zo. Hij is al erg groot, die zoon van mij. En zo slim. In ieder geval, dat vind ik. Maar ja, ik ben ook zijn moeder, dus dat is logisch. “Mama, “vroeg hij vandaag, “hoe zag ik er  uit als baby?” Ik moet even zoeken, maar als ik zijn babyalbum tevoorschijn tover begint hij te juichen.

“Kijk Vin,” zeg ik, “dit is een van de eerste foto’s die we van jou hebben gemaakt.” Een lang, dun mannetje staart me ernstig aan vanaf de foto. Een slangetje in zijn neus, een spalk met infuus om zijn armpje. Ik krijg het even te kwaad. Allemaal toeters en bellen aan mijn kleine baby omdat hij 6 weken te vroeg geboren was. Bedenk met dat hij nu al piept als we een pleistertje er af trekken.

Het is een sterk ventje, dat me daar vanaf de foto aan kijkt. De intense blik, die hij daar laat zien, zo’n 3 uur nadat hij was geboren, is hij nooit verloren. Nog steeds kijkt hij mensen soms zo nieuwsgierig aan dat ze er verlegen van worden.  De vorm van zijn hoofdje is ongeveer nog hetzelfde, al is dat hoofdje aardig gegroeid in de afgelopen 4 jaar. Hij heeft op de foto een rompertje in maatje 50 aan. Hetzelfde rompertje hangt nu ingelijst bij ons in de huiskamer. Het is ongelooflijk om te bedenken dat mijn grote kind daar ooit in heeft gepast. En toch heb ik het bewijs daarvan voor me, in het fotoboek.

“Mama,” vraagt Vinnie later op de dag, “zullen we spelen dat ik jouw baby ben en jij mijn moeder?” Hij kruipt bij me op schoot en probeert zijn lange benen weg te werken in de stoel. Ik ruik aan zijn haar en herken het luchtje wat ik 4 jaar geleden voor het eerst rook. “Ja, Vin, dat is goed,” zeg ik. En snel daar achter aan denk ik: “laten we nog lang spelen dat ik jouw mama ben en jij mijn baby….”