Als mama ben ik full-time in dienst bij mijn twee kleine opdrachtgevers. Ik draai 24-uurs diensten, de hele week door. Nergens laten ze me met rust, altijd is er wel eentje die iets nodig heeft. Zelfs ’s nachts, als iedereen hoort te slapen heb ik geen rust. Ik slaap wel, maar mijn oren zijn automatisch gespitst op geluidjes uit kantoor 1 en uit kantoor 2. De ene keer heeft kleine baas 1 een enge droom, de volgende keer moet kleine baas 2 plassen. Ook tijdens het douchen ben ik in dienst. Slaan ze elkaar niet de hersens in, dan hebben ze wel dorst, een vieze luier of de bal uit het raam gegooid.
De enige plek waar ik tot voor kort rust vond was op de wc. Dus minstens 2 keer per dag nam ik daar mijn pauze. Deur op slot, tijdschriftje lezen, en het kantoor mocht van mij betreft omvallen. En zowel baas 1 als baas 2 leken die boodschap te snappen. Tot nu, want baas 1 is zindelijk. En moet dus vaak plassen. Wil ik een paar minuutjes met mijn hoofd tegen de koude tegels kunnen uitrusten, dan moet ik zorgen dat hij in elk geval eerst op de wc is geweest. Helaas vergeet ik dat nog al eens, dus dan sla ik net de eerste bladzijde van mijn nieuwe mama magazine om, en dan word ik door middel van luid gebons op de deur vriendelijk doch dringend verzocht om de ruimte te verlaten. “Mama!! Ik moet plàààsssssssèèèènnnnn!!!!”
Nee, rust vind ik niet meer in huis. Gelukkig kan ik minsten drie keer per week uitrusten op mijn echte kantoor. Waar niemand op de deur bonst, elkaar in de haren vliegt of zijn beker met chocomel omkiepert als ik net met mijn ogen open een middagdutje probeer te doen. Nee, daar laten ze me gewoon met rust. Halleluja.