Voetbalstewards

Het is 7.00 uur in de ochtend, de wekker gaat. Geen tijd om te snoozen vandaag, de arbeid roept. Een stevig ontbijt is het halve werk. Het is warm vandaag, erg warm. Dan maar alleen een t-shirt onder de oranje jas, anders is het niet te doen. Een lege colafles wordt gevuld met water. Noodzakelijk op een dag als deze.

Het is rustig op de weg, zoals zo vaak op zondagochtend op dit tijdstip. In de verte worden de contouren van het stadion zichtbaar. Het hart begint automatisch een beetje sneller te kloppen. Onderweg komen collega-oranje-jassen achterop gefietst. Sommigen nog niet helemaal wakker. Maar dat komt nog wel.

De kop koffie smaakt goed. Het vrijwilligershome stroomt vol. Handen geschud, zoenen uitgedeeld. Het is een grote familie. Witte jassen, blauwe jassen, oranje jassen. Elke sectie zijn eigen kleur. De instructies zijn vandaag niet heel anders dan normaal. “Let alleen even op oververhitting bij supporters die te veel hebben gedronken. We moeten zorgen dat niemand knock-out gaat. En het rookverbod, dat sinds kort van kracht is, moet onder de aandacht blijven.”

Drie en een half uur voor de wedstrijd. De verkeersregelaars staan op hun plek. In de brandende zon. Meneer wil op P1 parkeren, maar heeft alleen een kaart voor P3 bij zich. Als een kleine kleuter gaat hij uit zijn plaat wanneer er vertelt wordt dat een parkeerkaart voor P3 echt betekent dat er geparkeerd moet worden op P3. “Serieus?” Zie je de verkeersregelaar denken. “Met dit weer?” Meneer besluit eieren voor zijn geld te kiezen en gaat, na een discussie van 10 minuten, alsnog naar P3. Dat hij daarbij de overige supporters 10 minuten extra in hun bloedhete auto heeft laten wachten omdat hij de verkeerde P-kaart bij zich had, lijkt hem niet te deren.

In het stadion is het gezellig druk aan het worden. Hoewel het rookverbod nu 3 wedstrijden van kracht is, zijn er supporters die proberen in het geniep een sigaretje op te steken. Stiekem moet de steward er een beetje om lachen. Hij ziet zijn kleinkinderen met hetzelfde geniep een koekje uit de kast stelen.  Maar helaas, een rookverbod geldt voor iedereen, dus ook voor deze stiekeme supporter. Dat hij een kinderlijk: “NEE!” op zijn vraag of de sigaret uit kan krijgt, had hij wel verwacht. Maar net als met de kleinkinderen is consequentie de enige oplossing. Gelukkig is het maar een enkeling van de ruim 20.000 supporters die tweewekelijks het stadion bezoeken, die de peuterschool nog niet ontgroeid is.

De wedstrijd wordt gewonnen met 1-0. Het leek uit de hand te lopen op de tribunes, maar de boel kon gelukkig net op tijd gesust worden. Ach, het hoort er allemaal bij. Ze lopen al langer mee, dan vandaag. Drie uur na de wedstrijd is de rust volledig wedergekeerd bij het stadion en gaat ook de laatste gekleurde jas weer naar huis. Onderweg doet hij zijn jas uit. Weer terug naar zichzelf, die tijdens de wedstrijddag even helemaal in het belang van de club diende. Clubliefde heet dat.

Vandaag las ik een opmerkelijke column over voetbalstewards van Marcel van Roosmalen, Columnist voor NRC Next. Hij vraagt zich op kleuterachtige wijze af waarom men voetbalsteward zou willen zijn. Aangezien deze meneer er niet uitziet als moeders slimste lijkt het me zinloos om aan hem uit te leggen dat hij zonder stewards, en zonder beveiligers, geen enkele wedstrijd in het betaalde voetbal zou kunnen bezoeken.

Dat doe ik dan dus ook maar niet.

Een gedachte over “Voetbalstewards

  1. En zo is het maar net. Als wij als vrijwilligers een x niet werken op een wedstrijddag, kan er gewoon niet gevoeltbald worden. Het wordt (helaas) maar al te vaak vergeten. Ook dat we vrijwilliger zijn en er niet voor betaald worden. Goed verwoord!

Reacties zijn gesloten.