Verslaafd

“Weet je mama?” vraagt Vinnie me met een gelukzalige blik in zijn ogen. “Ik hou zo van de Intertoys…Daar hebben ze zulke mooie spullen. Daar hou ik allemaal van.” Ik heb net aangekondigd dat we naar de winkel gaan, en in het winkelcentrum bevindt zich ook een Intertoys winkel. Niet groot, maar wel genoeg om een grote wijk als Beijum te voorzien van knikkers, lego, Hello Kitty’s en andere volgens mijn zoon broodnodige dingen. “Vin, het is prachtig dat je van de Intertoys houdt, maar we gaan er niet heen vandaag.” Moet ik hem teleurstellen. “Alleen eventjes kijken. Ja?” Probeert ‘ie het nog een keertje. “Ja, mama, pliieeeesssss Innertoys?” Doet ook Lylaatje haar duit in het zakje.

Terwijl we boodschappen doen ben ik de hele Intertoys alweer vergeten. Tijdens het afrekenen geef ik Vinnie een 50 cent muntje om in het brandweerautootje om de hoek van de kassa te gooien. Lylaatje helpt me mee met boodschappen in pakken en als we klaar zijn roep ik naar Vinnie dat hij weer uit de auto moet komen. Meestal is het hobbelding veel eerder klaar dan ik met mijn boodschappen, en huppelt Vinnie achter me aan naar de uitgang. Maar deze keer blijft het stil achter me. Ik kijk om en zie tot mijn verbazing een leeg autootje. Ik schrik niet eens. Ben gewoon heel verbaast. Ik ging er zo van uit dat Vinnie er in zat, dat ik raar op kijk dat het autootje leeg is.

En dan ineens bekruipt me een ongerust gevoel. Verdorie, kind kwijt. Ik speur het winkelcentrum af op zoek naar een rood jasje. Zie ik heel in de verte…? Nee, dat is een ander kind. Hmmm, in de winkel dan? Maar ook daar spot ik geen Vinnie. “Lyla? Zie jij Vinnie?” Vraag ik. “Nee Tinnie, nee zien.” Antwoord ze in haar eigen Lyla-taal. Ik vraag wat mensen. “Heeft u een klein ventje in een rood jasje gezien?” Maar niemand heeft hem gezien.

Denk als Vinnie, denk als Vinnie, zeg ik in mijn hoofd tegen mezelf. En dan ineens zie ik de vlag van de Intertoys. Zou het? “Vinnie?” Roep ik als ik de winkel binnen kom. “Ja, mama, ik ben hier!” Hoor ik tot mijn opluchting. Gevonden. In de Intertoys. Ik ben niet eens boos. Eerder blij dat ik hem heb gevonden.

Later op de dag gaat het over verslaafd zijn. Aan Cola, in mijn geval. “Weet je mama?” Vraagt Vinnie. “Ik ben ook geslaafd. Aan de Intertoys!” En dat kan ik alleen maar beamen.