De kindjes zijn in de leeftijd aagekomen dat het leuk wordt om even een rondje met ze over de kermis te lopen. Ze zitten niet meer in een buggy, want god wat haatte ik dat ding, en ze kunnen zelf een beetje opletten dat ze bij mama in de buurt blijven. De augustuskermis is een stuk kleiner dan de meikermis en daarom lekker overzichtelijk. Twee paar kinderoogjes schieten van links naar rechts om alles in zich op te kunnen nemen.
“Mama, daar willen we wel in!” Vinnie wijst naar de draaimolen die naast Bakker Bart staat. “Ja, ja! Daa in mama Tjim!” Lyla is het met Vinnie eens en noemt mijn naam erbij om aan te geven dat ze het echt meent. Dat doet ze nu sinds een week of wat. Iemand heeft haar blijkbaar verteld dat haar mama ook een echte voornaam heeft. Omdat ze nog niet vloeiend praat wordt mijn naam verbasterd tot Tjim. Mama Tjim dus. En zo hebben we ook Papa Lel, Glote Pinnie, Oma Lomy, Oma Toem en Tanne Tess. Gelukkig heb ik maar twee kinderen die ergens in willen, want een gemiddeld ritje van 3 minuten kost inmiddels zo’n € 2,00 per persoon. Ik bereid de kinderen er alvast op voor dat ze allebei 3 keer ergens in kunnen, en dat het dan weer uit is met de pret. Ook Mama Tjim heeft namelijk last van de kredietcrisis.
Ze hollen samen naar de draaimolen, waar Vinnie zelf, met een grote glimlach, 2 kaartjes koopt bij de kassa van de muntjes die ik snel in zijn hand heb gedrukt. En dan wordt het lastig. Want waar moeten ze nou in? In de brandweerauto, in de grote truuk, op de moter, op het paardje? Het wordt de helicopter. Allebei, want ze willen natuurlijk wel samen. Tijdens het ritje gaat de helicopter omhoog en naar beneden. En dan opeens, in een flits, zie ik mezelf daar zitten. In de blik van mijn zoon. Hij, de grootste die op let of zijn kleine zusje niet overboord valt, maar die het toch ook wel heel spannend vindt dat dat zelfde kleine zusje de stuurknuppel vast heeft waardoor het helicoptertje totaal willekeurig omhoog en naar beneden zwengelt.
Hoe groter mijn kind wordt, hoe meer ik mezelf in hem herken. Zijn blik, altijd even zoeken of ik in de buurt ben, stiekem angstvallig achteruit kijken of het achteropkomende autootje niet per ongeluk achterop botst bij de safari-autootjes en altijd oplettend of zijn kleine zusje niet uit de attractie valt. Mijn Glote Pinnie.