Wintertijd

Als het van zomertijd naar wintertijd gaat dan krijg ik een uurtje extra in mijn volle planning. En dat uurtje is elk jaar weer heel erg welkom. Tot voor nog niet zo heel lang geleden kon ik in “het” weekend zelf bepalen wanneer ik dat uurtje extra liet ingaan. Er is dan wel unaniem besloten dat dat extra uur ingaat om 3.00 uur ’s nachts, maar ik vind het veel handiger ergens midden op de dag. Sinds ik een smartphone heb die zelf bedenkt dat de wintertijd ingaat is het een stuk minder leuk. Eerder liet ik alle klokken net zo lang op de “normale” tijd staan tot ik echt een uur extra nodig had. Soms was dat wel 2 weken later dan het wintertijdweekend. Natuurlijk moest ik ondertussen wel opletten dat ik me niet vergiste in de tijd.

Het is fijn dat dat uurtje extra in het weekend valt. In het weekend kun je het het best gebruiken. De meeste mensen benutten het dus om een uurtje extra te slapen. Geen goed plan als je kleine kinderen hebt. Wat wel handig is, is om een uurtje extra te hebben om een beetje rond te lummelen met elkaar. Geen haast. Gewoon een kwartier extra voor de lunch, een kwartier extra in bad, een kwartier extra voor het verhaaltje en een kwartier extra om te lezen in bed.

Nu ik er zo over nadenken, zou ik elke weekend wel zo´n extra uurtje kunnen gebruiken. Dus ik stel het volgende voor. Elke weekend zetten we de klok een uurtje achteruit. Wanneer je wilt, wat voor jou handig is. En elke maandag, die eerste stomme werkdag van de week, zetten de de klok gewoon weer een uurtje vooruit. Bij voorkeur om 16.00 uur. Eens?