“Shit, Vinnie heeft Sint Maarten op school en moet dus een stokje mee!” Het is 4.00 uur in de ochtend van donderdag op vrijdag als ik me dit bedenk. Het gevolg is dat ik natuurlijk niet meer slaap. Als het goed is ligt er ergens in dit huis nog zo’n stom stokje. Ergens. Maar waar? In gedachten ga ik het hele huis bij langs. In principe weet ik van alles waar het ligt, alleen soms is het in de tussentijd verplaatst en grijp ik mis als ik het wil pakken.
“Hmm… Waar ligt dat stokje…” Denk ik heel hard in mezelf. Misschien helpt het wel. Intussen probeer ik ook weer te slapen. Maar helaas. “Misschien kunnen we hem een ander soort stokje meegeven?” Oppert manlief als hij om 7 uur naar zijn werk vertrekt. Maar ik kan me geen ander stokje bedenken. Moet mijn arme Vinnie dan als enige zonder stokje meedoen aan de lampion optocht? Het zal toch niet? Het is inmiddels 10 voor 8.
Het gekke is dat ik op zo’n moment zeker weet dat dat niet gaat gebeuren. Ergens in de komende 40 minuten komt het goed. Daarom word ik niet snel zenuwachtig van dit soort situaties. En opeens weet ik het. Voor de tweede keer pak ik de kruk en kijk boven op de kast. Waar zojuist nog geen stokje lag tover ik er nu twee van de kast af. Zeker niet goed gekeken net….. Zoals ik al verwachtte doet het lampje het niet meer maar dat hindert niet. Ik plak er gauw een klein noodfietslichtje aan en voila, ook mijn kind heeft een echt Sint maarten stokje voor school. Heel stiekem haal ik opgelucht adem.
5 minuten voordat we vertrekken zonder stress het broodnodige Sint maarten stokje van de kast af plukken. #ikkandat