“Ach lieverd, het wordt allemaal makkelijker als ze groot zijn.” Ik weet nog goed dat mijn oude bovenbuurvrouw deze legendarische woorden uitsprak toen ik voor de 3de keer in 1 babyjaar met kleine Vinnie bij de huisarts vandaan kwam. “De kleintjes, die zijn aldoor ziek. Ze kunnen nog niets zelf, spugen om het minst of geringst hun eten er uit en huilen alleen maar. Maar ooit, als ze groter zijn, dan komt dat echt. Dat het makkelijker wordt.” Ik keek haar glazig van het slaapgebrek aan. Hoorde wat ze zei, maar kon het maar nauwelijks geloven. Ik had eerst nog een baddersessie met mijn baby voor de boeg. Meestal goed voor zo’n anderhalf uur bezig zijn terwijl de kleine man het nergens mee eens was.
Vanavond leg ik na een lange werkdag de kinderen op bed. Ze moeten nog onder de douche, en het is al kwart over zeven geweest. Vinnie wil graag eerst, wat inhoud dat ik Lyla haar tandjes alvast poets. Als Vinnie zijn haar heeft ingezeept en zijn lijfje heeft gewassen spoel ik zijn haartjes uit. Daarna mag Lylaatje er bij onder de douche en poets ik Vinnie’s tandjes. Ook Lyla maakt haar haartjes zelf nat en smeert was zeep op haar lijfje. Ze is gelukkig al lang niet meer bang voor het water, dus haar wassen is nauwelijks nog een probleem. Binnen een kwartiertje liggen de kindjes gewassen en gestreken in bed. Appeltje eitje.
Ik wilde dat ik mijn oude buurvrouw nog eens kon vertellen dat ze gelijk had. Natuurlijk had ze gelijk. Zoals alle clichés eigenlijk een beetje waarheid zijn. Het wordt steeds makkelijker, als de kinderen het naar hun zin hebben heb jij het ook naar je zin en je wilt nooit meer zonder ze. Ik weet er inmiddels alles van.