Vinnie en ik staan klaar om naar school te gaan. Omdat zijn kleine zus ziek is gaat alleen hij mee op de fiets vandaag. Hij vindt het allemaal maar toevallig….
“Wat Vin,” vraag ik, “Wat vind je toevallig?” “Dat alleen ik met je mee ga op de fiets en dat jij toevallig precies naar mijn school gaat. Dat vind ik zoooo toevallig. Toch mama?” Vinnie kijkt me vol trots aan. Dat heeft hij toch maar mooi gezien. Dat dat wel heel toevallig is. “Maar Vin,” merk ik op, “Ik fiets toch juist voor jou naar school? Omdat jij naar school moet. Daar is toch niets toevalligs aan?” Vinnie trekt een wenkbrauw op. Hij denkt er duidelijk even over na. Maar na een paar seconden heeft hij het licht wederom gezien. “Nee mama, dat bedoelde ik dus niet. Dat was niet toevallig. Maar het is wel heel toevallig dat ik precies voorop jou fiets kan, terwijl ik naar school moet en jij mij met de fiets gaat brengen. Dat is toch echt heel toevallig? Dat ik daar op dat zadeltje pas? Dat precies dàt zadeltje op jou fiets zit?” Met een zelfingenomen blik kijkt hij me aan. Ik moet stiekem lachen, maar probeer serieus te blijven. Nog één keer: “Maar Vin, luister nou, ik heb dat zadeltje voor je gekocht omdat je met je dikke billen te groot werd voor het kinderzitje achterop de fiets. Ook daar is niets toevalligs aan vent.”
Hij zucht. En zegt dan, zoals alleen Vinnie dat kan: “Maar Mammmmmaaaa.” “Ja vent?” Antwoord ik. “Dat bedoel ik dus ook niet. Weet je nou wat echt toevallig is?” Hij is duidelijk ongeduldig geworden van mijn antwoorden. “Nou, zeg het eens?” Geef ik hem de ruimte. “Het is dus super heel erg echt toevallig dat wij NIET onze regenjassen aan hebben, en dat het ook NIET regent!”
En ja, dat kan ik alleen maar beamen. Heel toevallig inderdaad. Dat het niet regent en dat wij niet onze regenjassen aan hebben. “Okay Vin, jij wint! En nu gauw op de fiets anders komen we te laat!”
#kinderlogica
Geweldig, ik zit hier met een grijns van oor tot oor.
Liefs Liesbeth